thumb_fictieveschool

De fictieve school

Tijdens Samenscholing #3 was het aan drie collectivisten om een pleidooi te geven over het bouwen van een specifiek type school. Nicky Heijmen, docent beeldende kunst en vormgeving, sprak zich uit over het belang van een fictieve school.

De fictieve school; ik ben er al van jongs af aan. Zo heb ik heel wat semesters meegemaakt op een toverschool, op een school aan de andere kant van de maan, in een héél klein schooltje – balancerend op een bergtop – en in menig naargeestig opvoedfabriek. Mijn rol op de fictieve school veranderd continu. De ene keer ben ik er leerling, dan weer leraar, conciërge, schoolmeester of boze ouder. Avontuurlijk struin ik door haar hallen; soms vrij en onbezonnen, soms vogelvrij en op mijn hoede. Ik blijf maar afstuderen. Ik blijf maar aan die eerste schooldag beginnen. Keer op keer word ik geschorst en keer op keer geraak ik in nieuwe klassen met nog onbekende gezichten. Er lijkt geen einde aan te komen. Het ziet er dan ook naar uit dat ik mijn hele leven bij de fictieve school in de leer blijf. Hoe kan het ook anders? Zij is overal. Op televisie, in boeken, in de bioscoop, in muziek en in spellen. Maar zo snel als dat zij voor onze ogen verschijnt, zo snel weet zij ook weer te verdwijnen. Een boek heeft een laatste pagina, een spel wordt uitgespeeld, een film loopt ten einde en na een betoverende roes van enkele dagen vergeten wij de fictieve school en al haar mogelijkheden.

Afijn, laat ik er geen doekjes om winden. Het is aan The New School Collective – dat zijn wij – om haar aanwezigheid en inspirerende kracht intact te houden.

Dat ik veel van onze ongrijpbare scholen heb mogen leren, staat buiten kijf. Wel vind ik het lastig om te herinneren welke lessen ik nou precies waar, hoe en waarom heb geleerd. Natuurlijk kan ik altijd terug – haar ingangen liggen her en der door mijn appartement verspreid – maar het opnieuw lezen over, kijken naar of spelen in fictieve scholen kost nogal wat tijd. Nee, veel meer droom ik van een mogelijkheid om overzicht te geven aan ons vrije denken. De fictieve school, met haar deuren wagenwijd open; een immer groeiend archief van de creatieve geest. Veel hoeft het niet te kosten; een extra aanbouw is zo gemaakt. Zo heb ik alvast de vrijheid genomen om de eerste drie lokalen vorm en bestemming te geven. Het eerste lokaal heeft een open dak. Leerlingen proberen hier om – ongeacht de weersomstandigheden – de ideale picknick te simuleren. Ik geloof dat het iets met samenwerking, toeval en doorzettingsvermogen te maken heeft. Het tweede lokaal gebruikt jacuzzi’s, in plaats van bureau’s. De deelnemers proberen hier om tijdens de wiskundelessen hun watervrees te overwinnen. In het derde lokaal is alles van karton – zelfs de lerenden en lesgevenden zijn van karton – en het kartonnen meubilair is rondom een grote kartonnen doos geplaatst. In dit lokaal denken ze out-of-the-box te denken.

Waar ik deze lokalen precies moet plaatsen – en wat nou precies de lessen zijn die wij hier leren – is mij nog een raadsel, maar daar hebben we elkaar voor.

Met een fictieve school hoeven we niet gebonden te zijn aan de bekende bureaucratische voorschriften, een financiële bestedingsruimte of belemmerende natuurwetten. Hiernaast is zij – en dit is nog veel spannender – een krachtige spiegel voor onszelf en de mensen om ons heen. Fictie schenkt ons de mogelijkheid om ons in de ander te verplaatsen; om een mijl in zijn of haar schoenen te lopen. Fictie laat ons uit onze eigen hoofden kruipen, om even in die van een ander te vertoeven. Wat mij betreft is dit één van de hoofdvoorwaarden van een goede school – en een noodzakelijk gegeven om te leven en te leren in een wereld waarin de ander in veel aspecten niet altijd als twee druppels water op onszelf lijkt. De fictieve school creëert begrip voor zaken die vreemd of onmogelijk lijken. En juist dit is waar het fictieve niet langer een verre waan blijft, maar akelig dichtbij kan komen.

Leden van de fictieve school; dat zijn wij eigenlijk al heel lang. Op de momenten dat we dromerig, gepassioneerd en gekscherend over onderwijs nadenken is zij in beeld. Wat mij betreft is het dan ook tijd om haar niet langer sporadisch voorbij te laten kom, maar een voetstuk te geven, waar we als collectief in, voor, achter en bovenop kunnen staan.